een
 ode aan zij die volhouden en zij die rusten (de vier leerfasen van Maslow, deel 1)

Dit is een gastblog, een geschreven door Nele Mieke [Haelvoet]. Jaren geleden vond ze in BlinkOut Gent een plek waar ze voorzichtig dingen kon uitproberen tijdens haar lang herstelproces. Intussen werkt ze als zelfstandig facilitator. Vanuit haar ervaring met en achtergrond in neurodiversiteit en trauma biedt ze cirkels, workshops en trajecten aan. Nu en dan schrijft ze eens iets voor BlinkOut.

Dit artikel is een ode aan mensen die volhouden. Mensen die veel op hun bord hebben, ook al lijken die dingen klein, van buitenaf gezien. Mensen die weinig energie hebben, waardoor die kleine dingen echt als een berg kunnen voelen. Mensen die van dag tot dag leven, soms van uur tot uur.

Dit is een ode aan mensen die niet meer kunnen. Mensen die misschien ’t gevoel hebben niet genoeg hun best te doen. Mensen die, als ze heel eerlijk zijn, zouden zeggen: “Ik kan niet meer”. Mensen die ’t gevoel hebben dat volhouden niet meer gaat … dat ze moeten loslaten.

Die mensen zijn òòk helden – ook al voelt het misschien zo niet. Die heldendaden zijn dikwijls onzichtbaar, en lijken op ’t eerste gezicht soms klein… Wie ziet wél wat het allemaal vraagt, om op te staan, iets te eten, en dan de moed te verzamelen om weer in je zetel te gaan liggen om te rusten. Want we hebben meestal niet geleerd om te zien dat deze dingen écht veel kunnen vragen. We kunnen leren om hier beter mee om te gaan als we ermee geconfronteerd worden, bij onszelf of bij iemand die dicht bij ons staat. Dit artikel gaat over leerprocessen, over omgaan met de lastigheid en veelheid die daarbij komen kijken.

De vier leerfasen van Maslow

Ik begin met het kader. Maslow ken je misschien wel van z’n behoeftepiramide. Als klinisch psycholoog heeft hij zich ook verdiept in hoe mensen nieuwe vaardigheden leren. Hij ontwikkelde de ‘leercurve van Maslov’ ofwel de ‘vier leerfasen van Maslov’. Dit wordt ook ‘de ladder van Maslov’ genoemd.

Ik heb in BlinkOut deze leerfasen ervaren als een mooie ondersteuning, zeker in de periodes waarop het niet goed ging. Daarom schrijf ik hier graag een reeks over, vanuit mijn ervaringen. In het eerste deel van dit artikel zullen we deze vier fasen verkennen, iets verderop vind je ook een schema van deze fasen. Daarna ga ik dieper in op de eerste fase.

Je weet niet wat je niet weet

De eerste fase heet ‘onbewust onbekwaam’. Je weet niet wat je niet weet. Je beseft niet welke vaardigheden je nog niet ontwikkeld hebt.

Dit kan een onbezorgde fase zijn: je beweegt door je dagen en dingen verlopen goed. Het kan ook zijn dat je leven nogal vol zit, dat je eigenlijk vooral aan het volhouden bent.

Misschien voelen de mensen in je omgeving wél dat er dingen zijn die wringen. Jij hebt daar zelf weinig last van, of je hebt niet voldoende ruimte en energie om daarbij stil te staan en daarmee bezig te zijn.

Is dat herkenbaar?

Impuls

Je komt in de tweede fase terecht door één of andere impuls. Die impuls kan iets zijn waar je last van hebt, een wrijving die steeds terug komt … tot je het echt beu bent. Het kan ook een verlangen zijn, een droom. Iets wat je graag wilt bereiken, iets waarvoor je de nodige vaardigheden nog niet ontwikkeld hebt.

Soms komt de impuls vanuit een crisis: hoe je het tot nu toe deed, werkt gewoon niet meer. Je hebt eigenlijk geen keuze: er moet iets veranderen. Dikwijls heb je nog geen idee hoe het anders kan.

Deze fase heet: ’bewust onbekwaam’.

Leren fietsen: met vallen en opstaan

Laten we leren fietsen als voorbeeld nemen. (Je kunt ook leren auto rijden kiezen, als je wilt.) Zolang je onbewust onbekwaam bent, heb je wellicht geen behoefte om te leren fietsen. Je ziet mensen fietsen en onbewust denk je: “Dat zal ik ook wel kunnen, dat zal toch niet zo moeilijk zijn”.

Tot er een impuls komt. “Dit wil ik ook”. Misschien wil je meer bewegingsvrijheid.

Als je voor het eerst op de fiets stapt, dan zal je ervaren dat dit niet zo eenvoudig is als het leek. Je hebt misschien zelfs het gevoel dat je er niets van kunt: je verliest je evenwicht, je valt en kunt niet recht rijden, …

Bewust onbekwaam is dan ook de fase van dingen uitproberen, de fase van véél vallen en opstaan.

Zonder handen … ?

Doorzetting, toewijding en concentratie brengen je naar de derde fase: bewust bekwaam. Je ervaart succes, dingen beginnen te lukken. Je moet er wel je aandacht nog goed bijhouden en het vraagt nog wel energie en focus. Bij het voorbeeld met de fiets merk je dat je vlotter kunt vertrekken en stoppen, je evenwicht wordt beter, je hebt ook aandacht voor de andere weggebruikers, …

Tot het fietsen vanzelfsprekend wordt. Het gaat gewoonweg automatisch, en het lijkt niet eens zo moeilijk meer. Je denkt er niet echt meer bij na.

Je bent dan in de vierde fase: onbewust bekwaam. Na een tijd weet je eigenlijk niet exact meer hoe je dat doet. Je zou bijvoorbeeld niet zomaar aan iemand kunnen uitleggen hoe je ervoor zorgt dat je niet valt als je wilt stoppen. Je neemt gewoon je fiets en begint te rijden (of met de auto, als je dat voorbeeld gekozen had). Het vraagt heel weinig moeite of mentale energie.

De fase van ‘onbewust bekwaam’ zijn, vloeit na een tijd dikwijls weer over in een nieuwe fase van onbewust onbekwaam zijn. De volgende leerimpuls dienst zich aan. Zonder handen leren rijden?

de vier leerfasen van maslow: onbewust onbekwaam, bewust onbekwaam, bewust bekwaam en bewust onbekwaam

 

Elke fase heeft zijn eigen kenmerken, uitdagingen en cadeautjes. Ik pak er graag enkele uit vanuit m’n ervaring met en inzicht in neurodiversiteit en trauma. Als BlinkOut-ambassadeur leg ik graag ook linken met de principes en visie van BlinkOut. In het tweede deel van dit artikel ga ik dieper in op de eerste fase: onbewust onbekwaam. (In het volgende artikel van deze reeks komt trouwens de tweede fase aan bod: bewust onbekwaam.)

Onbewust onbekwaam

De onbewust onbekwame fase wordt dikwijls beschreven als ‘je weet niet wat je niet weet’, en kan gelinkt worden aan een sfeer van onbekommerdheid, naïviteit.

Van buitenaf gezien kan het soms lijken dat iemand vast zit in deze fase. Er is weinig opening voor verandering, terwijl een buitenstaander soms wel ziet wat er niet goed loopt.

Het kan een valkuil zijn om wat oordelend of neerbuigend te kijken naar de fase van onbewust onbekwaam zijn, bij jezelf, of bij iemand anders. “Je moet toch groeien, leren, en vooruit in het leven?”

Laat ons dat even uitpakken.

Doen-doen-doen

In sommige periodes van je leven kan er veel op je bord liggen. Door je dagen komen vraagt heel wat van je. Je hebt misschien een gezin om voor te zorgen. Of je ervaart uitdagingen en kwetsbaarheden gelinkt aan chronische pijn, vermoeidheid, rouw, neurodiversiteit, of iets anders. Zonder dat je je daar noodzakelijk bewust van bent, draag je onderhuids veel onverwerkte dingen met je mee, wat veel van je energie kan vragen.

Er is dan gewoonweg geen ruimte, energie en capaciteit over voor verandering. Hierdoor kan het lijken dat je vast zit in de onbewust onbekwame fase. En dan komt er misschien dat stemmetje naar boven. Dat we beter ons best moeten doen. Anders ben je lui. Niet gemotiveerd. Een mislukkeling. Dat is toch wat die stemmetjes ons doen geloven.

Ik herken daar een weerspiegeling in van onze maatschappij: “doen-doen-doen”. Hier is dat: “groeien-leren-veranderen”. Je moet beter je best doen, ook als het druk is. Leer beter plannen. Wees efficiënter in je huishouden. Werk aan je work-life balance. Dan zal het beter gaan.

Is dat zo?

Als je bent uitgevallen, dan voel je dat je er alles aan moet doen om toch maar héél goed voor jezelf te zorgen. Leer jezelf beter kennen. Leer om betere grenzen te stellen. … Doe yoga. Ga wandelen. Dan komt alles wel goed.

Er is niets mis mee als je dit doet, hé. Het gaat me hier vooral om het mòeten, je best mòeten doen. Het gaat om de drùk om beter te worden.

Als je niet snel genoeg beter wordt, dan heb je niet genoeg je best gedaan.

Dat is een valkuil die ik zelf heel goed ken trouwens. Jij ook?

Weet je, dit legt heel veel verantwoordelijkheid bij het individu: jij moet bijleren, jij moet je aanpassen, jij moet je verantwoordelijkheid nemen. Als je leven heel druk is, of als minder energie hebt, kan het eruit zien dat je niet genoeg je best doet, dat je alles maar op z’n beloop laat. Terwijl je eigenlijk gewoonweg geen energie meer over hebt. Terwijl je misschien niet de ondersteuning krijgt die je nodig hebt.

Geschenk

Je kan de onbewust onbekwame fase dan ook zien als een welgekomen geschenk. Het geeft je het cadeau van onwetendheid, van afscherming. Dit kan een zekere mate van rust en stabiliteit met zich mee brengen, of toch minstens voorkomen dat er nòg meer van je gevraagd wordt. Je kan het zien als een overlevingsreactie, die er alles aan doet om jou te beschermen.

Eigen ritme

Dit neemt niet weg dat het soms lastig kan zijn, ook voor je omgeving. Zeker als zij telkens weer zien waar het spaak loopt, en merken dat er weinig verandering mogelijk is.

Misschien ben jij al eens zo’n buitenstaander geweest? Iemand dicht bij jou lijkt blind te zijn voor wat ze zouden kunnen veranderen, zodat dingen uiteindelijk wat gemakkelijker zouden gaan. Je voelt je daar misschien machteloos bij, of je merkt dat je dit niet echt kunt begrijpen.

Eén van de principes van BlinkOut is deze:

“Het gras wordt niet langer
door eraan te trekken”.

Wat iemand tijdens de fase van onbewust onbekwaam zijn nodig heeft, is dikwijls gewoonweg rust en ondersteuning. Ruimte om hun eigen ritme te vinden en te volgen. Dat kan op zich al een hele oefening zijn … en dat zijn leerprocessen op zich, toch?

Mildheid en geduld zijn een heel groot cadeau dat de omgeving dan kan geven. En vertrouwen, vertrouwen in het eigen ritme en de juiste tijd.

Heldendaden

Je kan dus ‘volhouden’ zien als een heldendaad. Door je dag komen. Je tanden poetsen. Andere heldendaden zijn loslaten, dingen afzeggen, annuleren, minder hard je best doen. Een dutje doen. Hulp vragen.

Ik zei het al: ook die dingen vragen een eigen leerproces … want hoe goed ben je in het aanvoelen van je grenzen? Hoe goed kan jij verwoorden wat je nodig hebt?

En zo zijn we toch verhuisd naar de fase van bewust onbekwaam zijn … oeps. Dat brengt ons bij deel 2 van deze reeks, waar ik dieper in ga op deze tweede fase.

Nest

Dit soort leerprocessen zijn echt mijn ding. Leren om ruimte te maken om te struikelen, om te knoeien, om het even niet te weten.

Ik noem mezelf soms de slapende onderneemster, omdat ik zoveel nood heb aan dutjes tussendoor. Ik leer stap voor stap om eerder mijn capaciteit te volgen dan mijn dromen en ideeën. Regelmatig moet ik eens iets annuleren omdat ik er niet voldoende energie voor heb, terwijl ik er wel veel zin in heb.

Het maakt me blij als een deelnemer zegt: “Ik wil graag komen, maar ik kan niet, want ik ben te moe”. Dat toont dat ze trouw zijn aan zichzelf.

Aan het begin van mijn workshops, trajecten en cirkels heb ik een gewoonte geïnstalleerd. Ik zet de ruimte niet klaar … iedereen creëert z’n eigen plekje. Een zeteltje, een stoel, kussens op de grond, een yogamat … Ik word blij als ik mensen zie zitten, liggen en wandelen tijdens de workshop. Missie geslaagd, denk ik dan.

Wil je graag op de hoogte blijven? Op de kalender van BlinkOut kan je een deel van m’n aanbod terugvinden. Mail me als je graag m’n nieuwsbrief ontvangt.